Na de val van de Berlijnse muur was het duidelijk dat er een grote verdeling was gecreëerd tussen de inwoners van Oost- en West-Berlijn. Zo ook op het gebied van kunst. De expositie 'Die Überraschung' in museum No Hero in Delden brengt die tegenstelling en de pijn die daarbij kwam kijken aan het licht.
De Berlijnse muur was een 45,3 kilometer lange muur die West- en Oost-Berlijn van 13 augustus 1961 tot 9 november 1989 volledig scheidde. Het is een van de bekendste symbolen van de Koude Oorlog, het IJzeren Gordijn met de Duitse tweedeling als gevolg.
In 1990 werden de beide ‘Duitslanden’ herenigd en werd de DDR ‘Ein Land das es nicht mehr gibt.’ Oost-Duitse kunstenaars moesten zich opnieuw verstaan met hun verleden, of zij nu naar het Westen gingen of in het Oosten bleven. Hun werk van na 1990 getuigt vaak van hun omgang met dat verleden; met herwonnen vrijheden en verloren illusies.
De Expositie
Die Überraschung toont zestig werken waarvan een deel jarenlang tot 9 november 1989 in het geheim achter gordijnen en in kasten verborgen zijn gebleven vanwege het communistische gevaar voor de kunstenaar. Het is werk dat beslist buiten de politieke marges behoort van wat toen politiek was toegestaan. Maar er zijn ook schilderijen te zien die door kunstenaars aan de West-Berlijnse zijde zijn gemaakt. Een combinatie van werken van Oost-Duitse, West-Duitse kunstenaars maar ook door kunstenaars die gevlucht zijn van ‘Oost naar West’.
Politieke pijn
Dat maakt dat de artistieke, politieke pijn nog steeds voelbaar is in Duitsland. Vandaar dat Duitse journalisten unaniem verklaren dat deze hoogwaardige en veelzijdige expositie Die Überraschung nog steeds onmogelijk is in Duitsland en mede daarom zo uniek is in Delden.