Dat het na al die jaren alsnog zou lukken de 'verwisselmoord' Beckum - deze maand een kwart eeuw geleden - op te lossen? Ze zouden niets liever zien. Maar de gepensioneerd rechercheurs Ed Reinshagen en Hans Kamperman hebben er een hard hoofd in: "Al hopen we vanzelfsprekend dat het recht ooit zegeviert. Vooral voor de slachtoffers." Verslaggever Jan Colijn sprak de beide mannen over een van de meest spraakmakende zaken waaraan ze ooit werkten.
Reinshagen (75) en Kamperman (72) zijn gezamenlijk goed voor meer dan tachtig jaar recherche-ervaring. Werkten aan alle spraakmakende zaken waar Overijssel de afgelopen decennia mee te maken kreeg. Ze zijn dan ook wandelende encyclopedieën als het gaat om de meest brute misdrijven. Kennen alle achtergronden en de daders die deze misdrijven op hun geweten hebben.
'De Beul van Twente', de Hengelose autopyromaan van medio jaren negentig, lustmoordenaar Geert B. "Tegenwoordig heb je mobieltjes, die in politieonderzoeken een belangrijke bron van informatie vormen. Bij ons was het ambachtelijk recherchewerk. Soms hele nachten posten bijvoorbeeld."
Ze zouden er een boek over kunnen schrijven, al die grote zaken. Meerdere boeken misschien wel. En Netflix zou er een kijkcijferkanon van weten te maken.
Maar nee, ze voelen die behoefte niet. Alleen al uit respect richting de slachtoffers en hun nabestaanden. Van nabij hebben ze immers meegemaakt hoe verstrekkend en soms desastreus de gevolgen kunnen uitpakken.
Een van die zaken die ze nog altijd na aan het hart ligt, is de Beckumer 'verwisselmoord'. Het is later deze maand exact 25 jaar geleden dat de volstrekt onschuldige timmerman Alouis Meijerink (47) en zijn echtgenote Trudie op grove wijze werden toegetakeld. Alouis bezweek na circa een maand aan zijn verwondingen, Trudie moest langdurig revalideren.
Een ‘verwisselwoord’ of ‘vergismoord’ in een tijdperk dat die woorden nog moest worden uitgevonden. Want het rechercheteam was ervan overtuigd dat het eigenlijke doelwit een man was die enkele huizen verderop in de straat van de Meijerinks woonde. Deze 'import-Beckumer' werkte in de Enschedese seksbranche en had daar grote vijanden gemaakt. De daders van de fatale mishandeling hebben zich simpelweg in het huis vergist, concludeerde de politie op basis van uitvoerig onderzoek.
Praat met een willekeurige Twentse rechercheur die al een tijdje meeloopt en bijna allen hebben ze hetzelfde verhaal. Dat het nooit is gelukt de 'zaak Beckum' op te lossen, noemen ze vaak als het onderzoek dat ze het meest is bijgebleven. Ook vanwege de frustratie die erbij kwam kijken.
Niet alleen omdat de slachtoffers onschuldig waren, maar vooral ook omdat de recherche hele concrete aanwijzingen had in welke hoek de dader moest worden gezocht. Of mogelijk meerdere daders. Al is tot op de dag van vandaag het idee dat dit het werk was van één persoon.
Over één ding zijn beiden het in de Beckumer 'vergismoord' hartgrondig eens: de recherche heeft destijds alles uit de kast gehaald. Niet alleen in 1997, het jaar van de moord. "Ook tijdens de daaropvolgende cold-caseonderzoeken zijn alle denkbare scenario’s aan de orde geweest en onderzocht."
De verbetenheid was groot. Vanwege de brute manier waarop het echtpaar Meijerink werd afgetuigd, maar ook omdat in de nasleep ook nog eens Allegonda Gremmer werd doodgeschoten. Het eerste en tot nog toe enige vrouwelijke lid van een arrestatieteam.
Dat gebeurt als het Borgelinkteam - zoals het rechercheteam heet - een verdachte voor de dodelijke mishandeling in het vizier krijgt. Het arrestatieteam dringt de Haagse woning van Bennie S. - uitsmijter van een Enschedese seksclub - binnen. Maar S. opent meteen het vuur, waarbij de Rotterdamse hoofdagente dodelijk wordt getroffen.
Tot twee keer toe wordt een coldcaseteam geformeerd dat 'Beckum' opnieuw onder de loep neemt. In 2003 door het Cocabo-team (Cold Case Borgelink) en later gebeurt dat nog eens. Dat is als er in 2012 een nieuwe tip binnenkomt, waarin concrete namen vallen. Reden om het Bizetteam op te starten.
Met het oog op het gevaar van vooringenomenheid buigen nieuwe rechercheurs zich over de zaak. "Zoals dat eigenlijk altijd gebeurt. Omdat nieuwe rechercheurs met een frisse blik naar een onderzoek kijken", vertelt Ed Reinshagen.
In de tussentijd heeft de forensische wetenschap bepaald niet stilgestaan. Reden om de sporen die destijds in de woning zijn gevonden met de nieuwste technieken andermaal te onderzoeken. Maar nieuwe aanknopingspunten leverde dit niet op.
"Ten tijde van de mishandeling werd een onderzoek toch wat anders aangevlogen dan vandaag de dag gebeurt", vertelt Hans Kamperman. "Nu wordt de plaats delict meteen met linten afgezet, komen er mannen en vrouwen in witte pakken en is alles erop gericht om zoveel mogelijk sporen veilig te stellen en zo bewijzen te verzamelen. Die nacht in Beckum kwamen er vanwege de gewonde slachtoffers heel veel hulpverleners over de vloer. En dan is het onvermijdelijk dat cruciale sporen worden vernietigd."
Neemt niet weg dat de verschillende rechercheteams er alles aan hebben gedaan om de moord op te lossen. "En daarin zijn echt kosten noch moeite gespaard", vertelt Kamperman. "Op een gegeven moment hebben we bijvoorbeeld een vijver in de buurt van Beckum helemaal leeg laten pompen. Omdat we vermoedden dat het moordwapen er weleens in kon zijn gegooid. Jaren later is er in de garage nog eens een luminolonderzoek (hierbij lichten bloedsporen op als gevolg van een chemische reactie, red.). Maar er werd alleen bloed van het slachtoffer gevonden, niet van de dader. Al die onderzoeken leverden uiteindelijk helaas niets op, maar het zegt wel iets over de gedrevenheid waarmee we te werk zijn gegaan."
Het getroffen gezin vestigt op een gegeven moment de hoop op hogere machten. Er wordt een beroep gedaan op waarzeggers en andere personen met bovennatuurlijke krachten. Het levert tips op, waarvan de recherche er een aantal natrekt. Maar het team houdt zich in de eerste plaats toch vooral bezig met aloud nijver speurwerk.
In een eerder stadium leidde het spoor al heel concreet richting de Enschedese sekswereld. Het vermoedelijke doelwit van de mishandeling, dat verderop in de Borgelinkstraat woont, had er namelijk een aantal Braziliaanse prostituees geld afhandig gemaakt en zich daarmee de woede op de hals gehaald van mensen uit deze kringen. Een paar weken voor de mishandeling was de man ook al eens meegenomen en mishandeld en had hij van de daders te horen gekregen dat dit slechts een waarschuwing was en dat ze terug zouden komen.
Gedurende de diverse onderzoeken worden er meerdere verdachten uit 'het wereldje' opgepakt. De recherche is er op een gegeven moment zelfs van overtuigd dat de zaak daarmee is opgelost. Maar het Openbaar Ministerie acht de gevonden bewijzen uiteindelijk onvoldoende om de verdachten voor de rechter te brengen.
De enige hoop is nu eigenlijk nog dat er iemand op staat die alsnog vertelt wat er die fatale nacht in Beckum is gebeurd. Iemand die bijvoorbeeld vanaf een ziekbed zijn of haar verhaal doet, gekweld door gewetenswroeging.
De kans echter dat er iemand - door onderlinge ruzies wellicht - vanuit de onderwereld heel bewust uit de school klapt, acht Reinshagen niet al te groot: "Daar geloof ik niet zo in. In de kringen waarin dit soort daders zich begeeft, is het doorgaans een absolute doodzonde om met de politie te praten. Los daarvan: doe je dat toch, dan staan daar hele forse sancties op."
Toch hopen Reinshagen en Kamperman dat zich ooit de oplossing aandient. Niet zozeer voor hun eigen gemoedsrust, maar in de eerste plaats omdat ze vinden dat het recht z'n beloop moet krijgen. Vanwege het grote onrechtvaardigheidsgevoel in deze zaak.
Kamperman: "Wat dit onderzoek zo bijzonder maakt, is dat het slachtoffer en zijn vrouw volstrekt onschuldig zijn. Dat maakt het des te frustrerender dat er mensen zijn die meer weten maar het zwijgen ertoe doen. En bovenal: dat de dader nog altijd vrij rondloopt. Iemand aan wiens handen het bloed kleeft van totaal onschuldige mensen. Voor een politieman is zoiets onverteerbaar. We hopen dan ook dat het recht ooit zal zegevieren."