Verkeer
Stuur appje
Zoek
Hennie Kok c Ernst Bergboer
In samenwerking met
1Twente logo

Twentse jongens met Napoleon op veldtocht naar Moskou: een op de vijf keerde niet terug (en dat viel mee)

De ambities van Napoleon Bonaparte, de keizer van Frankrijk, kende geen grenzen. In 1812 trok hij met 466.000 soldaten naar Moskou om tsaar Nicolaas I op de knieën te dwingen. Bijna drieduizend jonge Tukkers togen met de veldheer noordwaarts, ruim zeshonderd van hen keerden nooit terug. Ruim twee eeuwen later rukt Luttenaar en historicus Hennie Kok hen uit de vergetelheid.

Die veldtocht van Napoleon werd een historische vergissing. En een keerpunt in zijn macht. Nog geen tien procent van zijn Grande Armée keert een half jaar later min of meer levend terug. Wat dat betreft mochten die Tukkers van geluk spreken: vier op de vijf overleefden dat drama.

Een op de vijf keerde niet terug

Een paar van die Tukkers in het leger van de Franse keizer waren beroeps. Maar het overgrote deel van dat kleine Twentse bataljon was dienstplichtig. Jonge knapen, die weinig anders kenden dan essen, heidevelden, morsige stadjes en bombazijn, moesten zich melden om de grootheidswaan Napoleon te dienen.

Al met al waren dat er 2.960. Uit het onderzoek dat Kok naar hen deed, blijkt dat 617 van hen niet uit het oosten terugkeerden. Dat is een op de vijf.

Lodewijk Napoleon gewipt

In 1810 werd Nederland ingelijfd bij Frankrijk. Voor die tijd kende ons land - de Bataafse Republiek - een behoorlijke mate van autonomie. Napoleon had broer Lodewijk als koning aangesteld, maar die was de Hollanders goedgezind. Te goed, naar de smaak van de keizer. Er kwam te weinig belastinggeld binnen en ook het aantal Nederlandse soldaten voor zijn legers bleef ver achter bij wat hij wilde. Lodewijk weigerde de dienstplicht in te voeren.

“Die Damink is niet verder gekomen dan Minsk”

Lodewijk werd gewipt en ‘zijn’ koninkrijk werd regulier onderdeel van het Franse keizerrijk. Daarmee werd de Franse wetgeving van kracht: Nederland moest aan een registratie van alle inwoners, een bevolkingsregister. Dat gaf Napoleon inzicht in wie belasting moest betalen en waar hij dienstplichtigen vandaan kon halen. Per lichting drieduizend manschappen.

Spanningen tussen Frankrijk en Rusland

De timing van die maatregelen was geen toeval. Napoleon was al bezig met de voorbereidingen voor een veldtocht tegen de Russische tsaar Alexander I. Drie jaar eerder, in 1807, hadden de twee grootmachten een vredesverdrag getekend, maar die overeenkomst vertoonde barsten. Belangrijkste oorzaak was economisch.

icon_main_info_white_glyph

Geen tijd of zin om het hele artikel te lezen? Dit is een samenvatting.

Napoleon Bonaparte, keizer van Frankrijk, trok op 24 juni 1812 met een internationaal leger van 466.000 man naar Rusland. Onder hen 2.960 Twentse jongens (de meesten dienstplichtig). Doel was tsaar Alexander I, die tegen de afspraken in de handel met het vijandige Engeland had heropend, op de knieën te dwingen. Het werd de ommekeer in de tot dan toe succesvolle serie veldtochten waarmee Napoleon bijna heel het vasteland van Europa onder zijn gezag had gekregen.

Onderweg naar Moskou, in de smoorhete zomer legden een paar honderdduizend man het loodje. De Russen trokken zich langzaam terug, maar verbrandden daarbij alles wat voor het Franse leger van belang kon zijn. Hier en daar werd een veldslag geleverd, waarbij aan beide kanten tienduizenden soldaten omkwamen. Kozakken voerden charges uit. Rottende kadavers van mensen en paarden verspreidden ziekten. Aanvoerlijnen waren lang, honger en dorst eisten een grote tol.

Napoleon bereikte Moskou, maar die stad was goeddeels ontruimd en werd in brand gestoken. Het Franse leger vond er amper iets om te kunnen herstellen. Er zat weinig anders op dan terug te keren. Op de terugweg was het de intredende vorst die tienduizenden levens eiste. De Russen en Kozakken volgden dezelfde tactiek als in de zomer: ze trokken mee, voerden charges en aanvallen uit en hadden steeds minder moeite met Napoleons ‘Grande Armée’, dat al zwakker en wanordelijker werd.

Uiteindelijk keerde Napoleon met minder dan 40.000 mannen terug op Frans territorium, zonder één doorslaggevende slag te hebben gewonnen. 617 Twentse jonge Tukkers bleven op de Russische slagvelden achter.

Onderdeel van dat verdrag was een verbod op handel met Engeland. Voor beide partijen. Rusland leed daar het meest onder en wilde onder die bepaling uit. Napoleon bereidde zich voor; mocht de tsaar het Russische protest in daden omzetten, dan dreigde er oorlog. In 1811 was het zover: Rusland hervatte de handel met de Britten. Frankrijk waarschuwde, de tsaar trok zich daar niets van aan en in juni 1812 verklaarde Napoleon hem de oorlog.

Die handel met Engeland liep overigens goeddeels via Nederlandse havens. Ook om die reden was het voor Napoleon van belang dat die onder direct Frans gezag vielen.

De opbouw van een ‘Grande Armée’

Nederlandse jongens van twintig werden massaal opgeroepen om verplicht dienst te nemen in het Franse leger. Napoleon had een ‘Grand Armée’ nodig om de Russen eronder te krijgen. De aanzet daartoe werd in 1810 gegeven, de eerste lichting kwam een jaar later op. Maar er waren meer manschappen nodig. In februari 1811 werden in Twente, waar men de dienstplichtdans tot dan toe was ontsprongen, ook de tweeëntwintigjarigen opgeroepen.

Uiteindelijk leverde dat vier lichtingen (1808, 1809, 1810 en 1811) en ruim tienduizend Nederlandse dienstplichtigen op, waaronder bijna drieduizend Tukkers.

De opzet en het lot

De werving van die knapen was de verantwoordelijkheid van lokale bestuurders, de maires, of burgemeesters van die tijd. Die hadden ook de taak om die bevolkingsregisters op te tuigen. Twee vliegen, een klap en een hoop werk. Doopregisters werden doorgespit om geboortedata te achterhalen, iets dat veel inwoners zelf niet bijhielden.

Twintigjarigen - later in Twente ook tweeëntwintigjarigen - kregen een oproep, moesten zich melden en werden geregistreerd. Loting bepaalde wie daadwerkelijk dienst moest nemen. Wie in de prijzen viel, onderging een uitgebreide medische keuring. Daarbij werd gekeken naar gezondheid en afwijkingen, maar ook lengte, achtergrond en de thuissituatie.

Lees verder onder de afbeelding.


Napoleon Bonaparte Jacques Louis David 1812
Napoleon Bonaparte in 1812, 42 jaar oud, op het hoogte- en het keerpunt van zijn macht (Jacques-Louis David, 1812).
Beeld: onbekend

Wie onmisbaar was of al een broer had die in Napoleon’s leger diende, mocht thuisblijven maar bleef wel oproepbaar. Voor het geval het nodig was. Werd je geschikt bevonden, dan volgde vertrek naar een zorgvuldig gekozen legeronderdeel. Naar een garnizoenstad die waar dan ook in het grote Franse rijk kon liggen.

In juni 1812 liepen die garnizoenssteden leeg. De Grande Armée van Napoleon trok naar Rusland, rond de half miljoen manschappen sterk.

Met zestig passen per minuut richting Moskou

Rusland is ver. Het leeuwendeel van dat Franse leger bestond uit voetvolk en alles moest mee: materieel, geschut, munitie, kruit, voorraden. Veel en zwaar, op karren geladen, getrokken met paarden. Dagmarsen van 30 kilometer. Wekenlang. Grappig detail: de Franse marsmuziek uit die tijd is relatief traag. Zestig passen per minuut, later verhoogd naar 72 passen.

Verslagen uit die tijd geven een beeld van de enorme logistieke operatie die zo’n veldtocht was. Er gingen bakkers mee, meel, metselaars om de ovens te bouwen waarin brood werd gebakken. Onderweg werden grote hoeveelheden vetkaarsen ingekocht om de wagenassen mee te kunnen smeren.

Verschroeide aarde en Kozakken

De beproefde Franse tactiek, waarbij manschappen leefden van wat zij onderweg konden bemachtigen, bleek tijdens de veldtocht naar Rusland niet effectief. De route ging door dorre streken, waar honderden kilometers lang nauwelijks iets te vinden was. Napoleon zorgde voor regelmatige betaling van soldij, maar voedsel was alleen tegen woekerprijzen te krijgen. Als er al iets te krijgen was. De Russen trokken zich met die opmars terug, maar brandden daarbij alles plat.

Lees verder onder de afbeelding.


Napoleon in Moskou onbekend
Moskou brandt. Napoleon zag weinig andere opties dan de aftocht te blazen en terug te keren naar Frankrijk.
Beeld: onbekend

De oprukkende legereenheden werden voortdurend bestookt door hordes Kozakken. Speldenprikken, maar die hakten er op termijn in. Maar er vonden ook grotere veldslagen plaats, waarbij tienduizenden doden vielen. Het was hoogzomer en bloedheet. Regimenten uit de achterhoede stuitten op velden met rottende kadavers van mensen en paarden.

Moskou brandt

Er brak vlektyfus uit. Na een week of wat waren er al 150.000 manschappen dood, gedeserteerd of achtergebleven. Magere Hein bleef die snoeischaar tijdens de hele veldtocht hanteren. Moskou werd gehaald, maar de stad stond in brand. Gevolg van diezelfde ‘tactiek van de verschroeide aarde’ van de Russen. Napoleon haalde geen enkele beslissende overwinning, in Moskou was niets te halen en Rusland gaf zich niet gewonnen.

Er zat voor Napoleon weinig anders op dan de aftocht te blazen.

Een winterse aftocht

Was de heenweg erg, de terugtocht werd een helletocht. Napoleon had nog een kwart van zijn Grande Armée over, hij kwam met minder dan eentiende thuis. Zijn legers waren ingericht op snelheid en wendbaarheid, de manschappen licht uitgerust. Een kleurig uniform, een musket, een sabel, een ransel met bovenop een deken. Geen tent. Tenten waren ongezond, dacht de keizer.

Het werd een dodenmars. De zomer was voorbij, de verschrikking van de smorende hitte maakte plaats voor strenge vorst. Iedere nacht bezweken talloze mannen aan kou en ontbering. De tot dan toe nog redelijk geordende legereenheden vielen steeds meer uit elkaar. Het werd een chaos.

Die Kozakken - die weinig meer meebrachten hadden dan een lans met een roestige punt en uitstekend ruiterschap - wisten wel raad met die plukjes halfverhongerde en -bevroren Fransozen, of wat daar voor door ging.

Twentse bruggenbouwers de oevers van de Berezina

Eind november ging het aan de oevers van de Berezina, een rivier in het hart van het huidige Polen, dramatisch mis. Napoleon had in Minsk, aan de overzijde van die rivier, voorraden aangelegd voor zijn troepen. Maar die stad was inmiddels door de Russen ingenomen, voorraden incluis. Die hadden ook de brug bij Borisov in handen, de enige in de verre omtrek.

Na wat wapengekletter trokken de Russen zich terug, maar niet voordat zij die brug in brand hadden gestoken. Nederlandse ‘pontonniers’, waaronder een aantal Twentse timmerlieden, moesten twee nieuwe bruggen bouwen. In ijskoud water, tussen ijsschotsen, waar niemand het lang volhield. Eén keer kort dat water in, dan eruit. Een ijdele poging om op te warmen bij een vuur. Veel toch al onderkoelde bruggenbouwers bezweken in de nachtelijke vrieskou alsnog.

Lees verder onder de afbeelding.


  • Napoleon steekt de Berezina over January Suchodolski 1866
    De overtocht over de Berezina verliep voor Napoleon dramatisch. Volgens schattingen verloor zijn ‘Grande Armée’ daar in een paar dagen tijd 35.000 man (January Suchodolski, 1866 en Adolph Northern).
    Beeld: onbekend
  • Napoleons terugtrekking uit Moskou Adolph Northern
    De overtocht over de Berezina verliep voor Napoleon dramatisch. Volgens schattingen verloor zijn ‘Grande Armée’ daar in een paar dagen tijd 35.000 man (January Suchodolski, 1866 en Adolph Northern).
    Beeld: onbekend

Daarbij: die twee bruggen waren niet voldoende om iedereen tijdig aan de overkant te krijgen; de Russen drongen op vanuit het noorden en ook het restant van Napoleon’s lappendeken-leger was nog altijd aanzienlijk.

Paniek

Op 28 november vielen de Russen vanuit het noorden aan. Napoleon zelf wist met zijn keizerlijke garde en een deel van die Grande Armée over de provisorische bruggen te komen en zich de Russen aan de overkant van het lijf te houden.

De Nederlandse legereenheid, waaronder die Twentse ‘pontonniers’, dekten die aftocht. Twee dagen lang. Tot een Franse generaal op de ochtend van de 29ste het bevel gaf de bruggen te vernietigen, om de Russen vanuit het noorden de pas af te snijden. Er ontstond paniek. Talloze achtergebleven mannen probeerden door de ondiepe rivier naar de overkant te waden, evenzovelen raakten onderkoeld en verdronken. De rest werd afgeslacht of krijgsgevangen gemaakt.

Hennie Kok c Ernst Bergboer
Luttenaar en historicus Hennie Kok deed uitvoerig onderzoek naar de Tukkers in het leger van Napoleon.
Beeld: Ernst Bergboer

Historici gaan er vanuit dat de Fransen aan de Berezina 35.000 man verloren. In drie dagen tijd.

Duizenden bevroren soldaten bij de poort

Het restant van Napoleon’s leger trok naar Vilnius, waar een Nederlandse generaal de terugkeer van de keizer voorbereidde. Hij stelde bij de invalswegen twee divisies met verse rekruten op. Maar ook die hadden een lichte uitrusting en waren niet bestand tegen bijna veertig graden vorst. Napoleon en zijn lappendeken-leger troffen rijen en rijen stijfbevroren soldaten in keurig krijgstenue.

icon_main_info_white_glyph

Napoleon Bonaparte

15-08-1769 (Corsica) - 5-5-1821 (St. Helena)

1789 - Franse revolutie
1799 - staatsgreep, alleenheerser
1804-1814 keizer van Frankrijk
verovert het vasteland van Europa
overwinningen tot 1812, daarna verliezen

veldtocht naar Rusland: 24 juni - 14 december 1812
466.000 manschappen (2.960 Tukkers)
40.000 overlevenden (2.343 Tukkers)

1813 - slag bij Leipzig (verloren)
1814 - verbanning naar Elba (Lodewijk XIII koning van Frankrijk)
1815 - terug in Frankrijk
18-6-1815 - slag bij Waterloo (verloren)
1815 - verbanning naar St. Helena

Wat Vilnius haalde, was geen schim van het trotse leger dat een half jaar eerder Rusland binnenviel. Niet alleen in numeriek opzicht, ook in aanzien. Enkele tienduizenden strompelende, in lompen gehulde, getraumatiseerde mannen. Van wie velen de volgende dag de moed niet meer opbrachten om nog verder te trekken. Zij bleven. Waren getuige van de inname van de stad door Kozakken. Alleen degenen die een nuttig ambacht beheersten, hadden ook daarna nog iets te getuigen.

De mazzel van de Tukkers

De schattingen lopen nogal uiteen, maar de meeste historici houden het erop dat Napoleon met minder dan 40.000 mannen de grenzen van zijn keizerrijk weer overstak. Dat er van de bijna drieduizend Tukkers bijna zevenhonderd terugkwamen, is vooral te danken aan die later ingevoerde dienstplicht.

De meesten kwamen niet verder dan Minsk en hebben de verschrikkingen van de tocht naar en de aftocht uit Moskou niet meegemaakt.

Veel informatie uit dit artikel is ontleend aan onderzoek van Luttenaar en historicus Hennie Kok naar Twentse jongens in het leger van Napoleon. Een andere belangrijke bron was de uitgebreide beschrijving van Evelyn Ligtenberg: ‘Wij vertrouwen op onze keizer - Sallandse jongens vechten voor en tegen Napoleon, 1811-1815’ (Uutgeverieje ’n Boaken, Nijverdal, 2015).

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.