De vorige Enschedese klachtencommissaris heeft in de tweede helft van 2021 een medewerker van het bureau op een zijspoor gerangeerd om zelf uit problemen te geraken. Uit stukken die 1Twente recent ontving, blijkt hoe en waarom die medewerker de dupe werd.
Over het kritische rapport van het klachtencommissariaat dat leidde tot onrust binnen ambtenarij en politiek is al veel gepubliceerd. Over druk vanuit de bijstandsafdeling en de gemeenteraad, valse en misleidende verklaringen van de verantwoordelijk klachtencommissaris en - recent - een melding van discriminatie op het klachtenbureau die jarenlang niet adequaat is opgepakt. Het blijkt allemaal een rol te spelen in een verhaal waarin een ambtenaar met een decennialange staat van dienst richting de uitgang wordt geloodst.
In drie artikelen zetten we het allemaal nog eens op een rijtje, inclusief de stukjes van de puzzel die recent in de brievenbus zijn gevallen. In chronologische volgorde. In het vorige deel de aanloop, de start van een gevoelig onderzoek en de oplevering van een kritisch rapport dat de ambtenaren van de bijstandsafdeling de gordijnen in jaagt.
In dit deel hoe de boel vervolgens ontploft en onderzoeker klem raakt tussen boze ambtenaren, de politiek en een klachtencommissaris die de lieve vrede wil bewaren. Vooral naar buiten toe. In het laatste artikel wordt die onderzoeker kaltgestellt en volgt er een ontslagzaak met een voor de gemeente dramatische afloop.
Een belangrijk deel van de nieuwe informatie is afkomstig uit de rechtbankstukken in die ontslagzaak, die 1Twente recent via Publeaks uit een anonieme bron ontving. Die schetsen een helder beeld van wat er in de tweede helft van 2021, in aanloop naar die ontslagzaak, gebeurde.
In het kort: een klachtencommissaris schuift problemen die uit het eigen handelen voortkomen in de schoenen van een medewerker, de ambtelijke top en het college gaan daarin mee en een meerderheid in de gemeenteraad houdt zich ziende blind en horende doof.
Om dit verhaal te begrijpen, is enige context nodig. Nadere details en onderbouwing vind je in het dossier ‘Rapport Veelaanvragers’ op de website van 1Twente.
De opmaat naar het onderzoek van het klachtenbureau was moeizaam. En traag. In deel 1 wordt uitgelegd hoe dat zat. Maar op het moment dat het rapport eindelijk verschijnt - het is dan eind mei 2021 - ontploft de zaak.
De kritiek op het rapport vanuit de afdeling Werk & Inkomen, die de bijstand uitvoert, is niet van de lucht. Het is ‘de grootst mogelijke onzin’, ‘mooi dom’, ‘een vaag verhaal’ en ‘ik geloof er geen barst van’. Dat gaat onder meer over een zijnoot in het rapport: drie andere gemeenten in het land zouden soepeler regels voor bijstandsaanvragen hanteren dan Enschede doet. Mede een reden waarom aanvragers hier sneller bot vangen en opnieuw moeten aanvragen.
Later blijkt dat die vaststelling zo gek niet is, maar de conclusies zijn tegen het zere been van de bijstandsafdeling. Die is woest en laat dat de klachtencommissaris in een overleg weten ook.
Die stuurt een e-mail naar de onderzoeker: ‘Vanochtend bij het MT Werk & Inkomen gebeurde waar ik al bang voor was.’ Het advies over de veelaanvragers is ‘niet in afstemming gemaakt, zoals ik met hen had afgesproken, de tone of voice is anders dan de relatie die ik met W&I opgebouwd heb en ook op de inhoud hadden ze nog wel wat af te dingen.’
De klachtencommissaris meldt erbij dat zij de relatie met de afdeling goed wil houden, dat het onderzoek anders is gedaan dan zij wilde en dat ze geen politieke rel wil.
De oorzaak voor de ontstane onrust wordt bij de onderzoeker gelegd. Die heeft in het hele proces niet rechtstreeks met de klachtencommissaris contact gehad, maar wel elke stap afgestemd met een tussenpaus die de dagelijkse leiding over het bureau heeft gekregen. Er zijn interne strubbelingen en het is de klachtencommissaris niet gelukt om die op te lossen. Het team zit in een ontwikkeltraject.
De onderzoeker heeft het in nauw overleg met de tussenpaus anders aangepakt dan de klachtencommissaris wilde en ziedaar: gedonder in de tent. In werkelijkheid is er alles aan gedaan om het te doen zoals de klachtencommissaris wilde: een gezamenlijk onderzoek, mèt de bijstandsafdeling. Maar die heeft de boot consequent afgehouden.
De kritiek is niet inhoudelijk, desondanks haalt de klachtencommissaris meteen bakzeil. Het rapport wordt een ‘basis voor het gesprek’ en niet openbaar gemaakt.
Eind juli 2021 ontvangt de onderzoeker een brief van de klachtencommissaris. Die is niet tevreden over diens functioneren. Dat moet aan het eind van het jaar verbeterd zijn. Er is inmiddels een nieuwe tussenpaus ingevlogen - de vorige is met pensioen - en die zal de begeleiding daarbij verzorgen.
Ondertussen heeft de baas van die afdeling Werk & Inkomen het klachtencommissariaat al gevraagd om de namen van werknemers van andere gemeenten die zijn opgevoerd in het rapport.
Ondanks de reserve die de klachtencommissaris nu wel bij het rapport heeft, stuurt ze het anderhalve maand later naar de gemeenteraad. Met een disclaimer: het is een tussenrapport. Er komt aanvullend, verdiepend onderzoek.
Lees verder onder de afbeelding.
Het klachtencommissariaat is niet de enige die onderzoek naar bijstand doet. Een Groningse professor werkt aan een veel groter onderzoek naar de menselijke maat in het sociale beleid van Enschede. In opdracht van de gemeenteraad. In deze periode komt een tussenrapport uit, waarin al stevige kritiek doorklinkt.
Kort daarop stapt de medewerker van het klachtencommissariaat die het onderzoek van dat bureau uitvoerde naar anti-discriminatiebureau Vizier. De onderzoeker voelt zich belemmert in de dagelijkse werkzaamheden en heeft het idee dat dat te maken heeft met etniciteit. Een collega heeft verschillende keren discriminerende opmerkingen gemaakt en de samenwerking tussen beide verloopt stroef.
Dat speelt al sinds 2018 en de onderzoeker heeft het verschillende keren en op verschillende plekken intern aangekaart, maar daar is niets mee gedaan.
Begin september vindt er een gesprek plaats tussen de klachtencommissaris, de onderzoeker die melding deed van discriminatie en de medewerker van Vizier die de melding in behandeling heeft. Het is een stekelig gesprek. Vizier wijst op de wettelijke verplichting om de melding goed uit te zoeken, de klachtencommissaris hamert voortdurend op het functioneren van de onderzoeker. De signalen dat het een wel eens met het ander te maken kon hebben, worden genegeerd.
De klachtencommissaris zit nu met een rapport dat in de ambtelijke organisatie en de politiek voor een hoop onrust zorgt èn druk van het anti-discriminatiebureau om een slepend intern probleem op te lossen. Het komt allemaal samen in een en dezelfde persoon: de onderzoeker.
Een paar dagen later vraagt de klachtencommissaris om een tussen-evaluatie over de voortgang in het ontwikkeltraject van de onderzoeker. Dat komt onverwachts. Afgesproken is dat er aan het eind van het jaar een evaluatie zal plaatsvinden. De nieuwe tussenpaus heeft per saldo, rekening houdend met vakanties, enkele weken met de onderzoeker samengewerkt waarin twee gesprekken zijn gevoerd.
Desondanks stelt deze een kort resultatenverslag op met een aantal vernietigende observaties. Zonder nadere uitleg of onderbouwing. Opmerkelijk is bijvoorbeeld een opmerking over communicatieve vaardigheden, waaronder schrijfvaardigheden. Die zouden niet voldoen aan het niveau dat (de tussenpaus schrijft hier ‘wat’) mag worden verwacht bij de functie. De rechter in de latere ontslagzaak neemt die evaluatie niet serieus en schrijft daar dit over:
Bij de grote hoeveelheid … overlegde producties zitten veel e-mailberichten en verslagen van [de onderzoeker]. Al [die] geschreven teksten zijn zonder uitzondering uitstekend geredigeerd en zonder spel- en taalfouten.
Maar dat is later. Volgens de tussenpaus functioneert de onderzoeker belabberd, komt afspraken niet na en ‘de coaching gaat moeizaam, de laatste week zelfs erg moeizaam’. Daarbij straalt de onderzoeken ‘weinig werkvreugde uit’. Dat laatste komt niet uit de lucht vallen.
Een kleine week eerder ving de onderzoeker, na een overleg met Werk & Inkomen, per ongeluk een gesprek op tussen de tussenpaus en een medewerker van die afdeling. Daarin werd over de onderzoeker gesproken. ‘Hetgeen ik hoorde, stemde mij niet vrolijk’, schrijft deze een dag later in een reactie aan de tussenpaus. ‘Daarbij vroeg ik me af hoe zich dit verhield met jouw rol als mijn coach.’
Lees verder onder de afbeelding.
De onderzoeker heeft er last van en realiseert zich dat het niet goed is om het voor zich te houden. ‘Ik wil open, transparant en in vertrouwen kunnen werken. Ook wil ik dat je weet dat dit me zeer doet en dat ik mij onveilig voel.’
Enkele dagen na de onverwachte tussenrapportage is het de klachtencommissaris die opnieuw scherpe kritiek uit. In een bijeenkomst met een externe partij, vlak na het gesprek over discriminatie op het klachtenbureau, zou de onderzoeker zich volgens de klachtencommissaris ‘zeer onprofessioneel’ hebben gedragen. Gemaakte opmerkingen waren ‘schadelijk voor de reputatie en het aanzien’ van het bureau en ‘je valt mij en je collega’s af’.
Uit rechtbankstukken blijkt dat dit, door COVID, de eerste ontmoeting tussen beiden was in 19 maanden. De rechter stelt later dat hier de pot de ketel verwijt. Het is andersom: de klachtencommissaris viel haar medewerker af.
De klachtencommissaris geeft ‘nadrukkelijk’ aan personeelszaken op de hoogte te hebben gesteld en ‘deze schadelijke houding niet nog eens’ te tolereren. Opmerkelijk is - ook dat blijkt uit de rechtbankstukken - dat de klachtencommissaris de onderzoeker hier niet meteen na de bijeenkomst op aanspreekt, maar een dag later een e-mail stuurt die ook naar personeelszaken gaat.
Lees verder onder de afbeelding.
De onderzoeker, die de bijeenkomst als heel leerzaam heeft ervaren, reageert per mail: ‘Jij kent mij langer dan vandaag en weet dat ik nooit en te nimmer jou … of het kc in een kwaad daglicht zal stellen. Ik vind het erg spijtig dat jij … een negatief gevoel hebt overgehouden aan de bijeenkomst. Dat was nooit mijn bedoeling.’
In het derde en laatste deel in deze serie loopt de spanning zo hoog op dat de onderzoeker zich ziek meldt. Tijdens die ziekmelding volgt functie-ontslag en begint de gemeente een ontslagzaak tegen de in diskrediet gebrachte medewerker
Dit artikel is gebaseerd op uitgebreid onderzoek en een veelheid van documenten, afkomstig van informatieverzoeken op grond van de Wet open overheid, de hoorzitting en het vonnis in de ontslagzaak, verklaringen van betrokken gemeenteraadsleden en een aantal anonieme bronnen die geheime verslagen en (via Publeaks) rechtbankstukken aanleverden.